Van inschrijving tot overdracht

Vanaf het moment dat een kind 1½ jaar oud is, kan het bij de locatie naar keuze van de ouders worden ingeschreven.Voor het inschrijven van een nieuw kind wordt gebruik gemaakt van het inschrijfformulier via internet. Zodra het inschrijfgeld op de bankrekening van de stichting is bijgeschreven staat het kind ingeschreven. 

De regels ten aanzien van toelating en plaatsing zijn:

De minimale leeftijd voor plaatsing bedraagt 2 jaar voor de dreumesgroep en 2,5 jaar voor de peutergroepen. In verband met een mogelijke wachtlijst kan het voorkomen dat een kind niet direct bij het bereiken van de aangegeven leeftijd ook daadwerkelijk geplaatst kan worden. Wel is het is mogelijk om op moment van inschrijving een indicatie van het moment van plaatsing te geven. Aan deze indicatie kunnen echter geen rechten worden ontleend. Plaatsing geschiedt voor de dreumesgroep voor 1 dagdeel en voor de peutergroep voor één of meer dagdelen per week. Gesubsidieerde peuterplaatsen zijn voor 8 uur per week.

Voor kinderen met een verzoek tot voorrangsplaatsing vanuit de Jeugdgezondheidszorg zijn altijd mogelijkheden aanwezig. 

Voor kinderen met een VVE-indicatie dient, indien de ouder gebruikt wenst te maken van de indicatie, 16 uur per week te worden afgenomen.

De pedagogisch medewerker neemt telefonisch of per email contact op om kennis te maken en eventueel al de eerste speeldag af te spreken. Na de kennismaking volgt een intakegesprek met een van de ouders zonder het kind erbij. Het kind ontvangt kort voordat het komt spelen een uitnodigingskaartje van de pedagogisch medewerker. Als er vragen zijn over de termijn waarop het kind geplaatst zal worden kan er altijd contact worden opgenomen. 

Indien er een plaats vrijkomt in een bepaalde groep is het kind vanaf 2,5 jaar en de langste inschrijfduur aan de beurt. Bij gelijke inschrijfduur wordt aan tweede en volgende kinderen uit een gezin en kinderen die doorstromen vanuit de dreumesgroep voorrang gegeven. Indien het kind geplaatst kan worden wordt dit minimaal twee weken van tevoren door de pedagogisch medewerker medegedeeld aan de ouders van het kind. 

Als een kind ook bij een andere peuterspeelzaal staat ingeschreven en daar eerder geplaatst kan worden en uiteindelijk ook daar naartoe gaat, stellen wij het zeer op prijs hierover te worden geïnformeerd. Indien blijkt dat een kind zowel naar onze peuterspeelzaal als naar een andere peuterspeelzaal gaat, zullen de ouders worden verzocht, een keuze voor één van de speelzalen te maken. Wij vinden het ongewenst dat een kind zowel onze speelzaal als een andere speelzaal bezoekt. Voor kinderen die op een door de gemeente Almere gesubsidieerde peuterplaats speelt is het zelfs niet toegestaan om bij verschillende speelzalen te komen spelen.

Een combinatie van spelen bij een peuterspeelzaal en kinderdagverblijf is wel mogelijk, bij voorkeur bij Kinderopvang De Lentemorgen, tevens partner in de Brede Vrijeschool Almere.

Peuters vanaf 2,5 jaar met een VVE-indicatie dienen altijd met voorrang geplaatst te worden. Dit is een voorwaarde van de gemeente Almere.

Wij behouden ons het recht voor ouders die zich onvoldoende conformeren aan de huishoudelijke en/of financiële spelregels of algemeen gehanteerde gedragsnormen de toegang tot de speelzaal te ontzeggen. Hierover worden zij vooraf schriftelijk geïnformeerd.

Wachtlijstbeleid langdurig zieke kinderen

Voor kinderen die langdurig ziek zijn, dit wil zeggen kinderen waarvan te voorzien valt dat zij langer dan een maand vanwege ziekte de speelzaal niet kunnen bezoeken, bestaat de mogelijkheid om ze bovenaan de wachtlijst te plaatsen. Wanneer ouders hiervoor kiezen dan hoeven zij geen maandelijkse ouderbijdrage voor hun zieke kind te betalen. Op het moment dat het kind weer beter is zal het bij de eerst vrijkomende plaats weer instromen in de groep.

Extra spelen

Op verzoek van de ouders kan een kind meer dan de gebruikelijke 2 dagdelen komen spelen in de speelzaal. In overleg tussen ouder, pedagogisch medewerker en administratie worden extra dagdelen voorgesteld. Voor kinderen die op een VVE-peuterplaats spelen is het verplicht om 16 uur per week de speelzaal te bezoeken. Indien er plaats is kunnen dit 4 ochtenden zijn. Gestreefd wordt dat de kinderen met de leeftijd van 3 jaar zowel ochtenden als middagen gaan volgen. In de middagen hebben we (meestal) kleinere groepen waarin er extra aandacht voor de taalontwikkeling is. Ook is de interactie tussen medewerkers en kinderen onderling in de middaggroepen beduidend groter.

Rondom het moment van de eerste speeldag wordt het intakegesprek gevoerd. Tijdens dit gesprek wordt onder andere het zorgformulier samen met de ouders ingevuld of aangevuld.  De intake is altijd zonder het kind erbij. Bij risicoplaatsingen, waarbij sprake is van de instroom van een kind met een bijzondere, al dan niet aangeboren, ontwikkeling, geldt een proeftijd van 2 maanden. De veiligheid van de groep staat bij ons voorop bij de beoordeling of een kind zich veilig kan handhaven in de groep. Na 2 maanden wordt de plaatsing al dan niet definitief. Indien het kind niet kan blijven wordt in overleg met de ouders en eventueel gespecialiseerde derden gezocht naar passende alternatieve opvang.

Kinderen die op grond van de beschikbare speelplek kunnen instromen kunnen indien gewenst één ochtend op proef komen. Zowel bij de dreumesgroep als bij de peutergroepen kunnen ouders net zolang bij de kinderen tijdens de speelochtend aanwezig zijn totdat afscheid nemen veilig voelt. Wij streven er echter naar om in de peutergroepen het erbij blijven van de ouder zo kort mogelijk te laten zijn. Met duidelijke afspraken kan het kind in vertrouwen aan ons overgedragen worden. Indien het kind, op enig moment de ouder toch teveel mist, blijft huilen en niet tot spelen komt, wordt de ouder gebeld om dit mede te delen. De pedagogisch medewerker zal dan een voorstel doen om het kind eerder te komen ophalen of een deel van de resterende ochtend bij het kind op de groep erbij te blijven.

Alle kinderen krijgen als ze bij ons komen spelen na de wenperiode een vaste pedagogisch medewerker, oftewel mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Ze volgt de ontwikkeling van het kind en is eerste aanspreekpunt voor de ouders. De ontwikkeling van het kind wordt vastgelegd is het kindvolgsysteem.

De mentor verzorgt ook de overdracht naar de basisschool. Indien nodig onderhoudt de mentor ook contact met externen, na toestemming van de ouder. 

Vanaf het moment dat een kind wordt aangemeld wordt begonnen met het opbouwen van een kinddossier. Hierin zit het inschrijfformulier, intakeformulier, een planningsformulier met de data wanneer observaties zijn ingepland voor 2 jaar en 9 maanden en met 3 jaar en 9 maanden met daarbij vermeld wie de persoonlijke mentor van het kind is. Voor de observaties hanteren wij vastgestelde formulieren. Tijdens het spelen worden vorderingen van het kind of andere bijzondere voorvallen bijgehouden in de reflectieformulieren. De notities worden verwerkt in de twee observatielijsten.

Als een kind 2 jaar en 9 maanden is wordt door de mentor de eerste schriftelijk vastgelegde observatie met de ouder besproken. Als blijkt dat de ontwikkeling van een kind op een bepaald ontwikkelingsaspect stagneert of een voorsprong laat zien, wordt een handelingsplan voor 3 maanden ingezet. Voordat een kind 3,5 jaar is, is zo duidelijk of het handelingsplan effect heeft gehad. Indien blijkt dat extra ondersteuning nodig is, wordt, afhankelijk van de vraag, de intern begeleider of zorgcoördinator van de school waar het kind naar toe zal gaan (indien aanwezig en met toestemming van de ouder) ingeschakeld om te kijken welke vervolgstappen gewenst zijn. Na toestemming van de ouder kunnen ook derden hierover worden geïnformeerd en kan een observatie op de groep nodig zijn. Per kind wordt een plan op maat gemaakt en de vorderingen van het plan worden bijgehouden in het kinddossier. Bij (vervroegde) uitstroom naar een speciale voorziening is het kind doorgaans uit beeld. Navragen bij de deze voorziening hoe het het kind vergaat in de nieuwe omgeving is vanuit privacy oogpunt, zonder toestemming van de ouder, niet toegestaan.

De toekomstige basisschool wordt (na toestemming van de ouder) op de hoogte gebracht van de stand van zaken en het ingezette beleid. Het format ontwikkelingsgericht werken/handelingsplan is opgenomen in de systematiek voor de antroposofische kinderopvang in de methode-map Speelplezier.

In 2019 is een systeem geïntroduceerd om het cyclisch werken van plan tot evaluatie van het aanbod Voorschoolse Educatie vorm te geven. Per 2-wekelijks thema wordt een set formuleren aangemaakt waarop wordt bijgehouden welke variabelen zich hebben voorgedaan op het geplande aanbod en of deze handelingen betekenisvol zijn geweest. Belemmerende en meewerkende factoren worden hierbij aangegeven. Het doel is om de individuele kinderen zoveel mogelijk via de grote groepsactiviteiten in de gewoontevorming mee te krijgen. Indien uit observaties blijkt dat dit niet geheel lukt, worden kinderen in de kleine groep of individueel aan de hand van een handelingsplan gestimuleerd in de ontwikkeling. Indien uit de evaluatie na afloop naar voren komt dat bepaalde handelingen aanpassing behoeven in een volgende periode, dan wordt dit op het formulier voor de periode erna aangegeven.

Met het bereiken van de leeftijd van 4 jaar wordt de plaatsing van het kind automatisch beëindigd. De mogelijkheid om na de 4e verjaardag, om individuele of pedagogische redenen of in verband met uitgestelde toelating in de kleuterklas, nog een periode te blijven is aanwezig. Dit in overleg met de pedagogisch medewerker. Bij opzeggingen voor de 4everjaardag geldt een opzegtermijn van 1 maand vanaf de datum van opzegging.

Overdracht naar de kleuterklas

Voor de peuters die doorstromen naar de Vrijeschool Almere vindt een warme overdracht van de kindgegevens met de toekomstige kleuterjuf plaats. Met deze school hebben de Vrije peuterspeelzalen een doorgaande lijn vastgelegd in een Borgingsdocument Doorgaande Lijn dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Dit betekent niet dat alle peuters doorstromen naar de Vrijeschool. Het staat ouders vrij de basisschool van hun voorkeur te kiezen.

Daarnaast wordt voor alle kinderen bij de leeftijd van 3 jaar en 9 maanden door de mentor van het kind een overdrachtsdocument (Peuterestafette of Peuterkijkwijzer) ingevuld ten behoeve van de school waar de peuter naar toe zal gaan bij het verlaten van de speelzaal. Dit alleen na toestemming van de ouder. Dit formulier wordt op verzoek van de ontvangende school digitaal of analoog aangeleverd. Digitale aanlevering van de Peuterestafette gaat door middel van het in Almere toegepaste Digidoor, waarmee in 2019 een aanvang is gemaakt. Indien een ouder geen toestemming geeft voor overdracht van de gegevens wordt dit op verzoek van de school waar het kind naar toe gaat als zodanig gemeld. Wij spannen ons tot het uiterste in de gegevens wel over te kunnen dragen. De ouder heeft bij de school immers de plicht om alle relevante ontwikkelingsinformatie aan de school te melden. Het heeft dan “geen zin” om de informatie niet te laten overdragen. Doelgroepkinderen worden altijd warm overgedragen naar de basisschool waar het naar toe zal gaan. Afhankelijk van hoe de basisschool dit vorm wil geven komt een kleuterleidster of intern begeleider bij ons op bezoek of bezoekt de mentor van de speelzaal de school. Indien de school alleen schriftelijke informatie wil ontvangen, wordt hier gehoor aan gegeven.