Pedagogische praktijk

Vanuit de huidige wetgeving met betrekking tot Voorschoolse Educatie hebben peuters met een VVE-indicatie van het consultatiebureau recht op 16 uur opvang per week. Met ingang van 1 januari 2020 wordt dit 960 uur per periode van 2,5 tot 4 jaar. Bij onze speelzalen wordt de 16 uur per week ingevuld als 2 ochtenden van 4 uur, 1 ochtend of middag van 3 uur en 2 middagen van 2,5 uur per week. Per locatie zijn de dagdelen dat de speelzaal open is wel verschillend, zie de gegevens bij de locaties. Bij de peuteropvang is maximaal 6 uur van de 8 opvanguren VE, hierdoor zijn 2,5 dag opvang nodig om 16 uur VE aanbod te krijgen.

Onze locaties hebben het volgende aanbod:

  • Reguliere peuterplaatsen van 8 uur/week (verdeeld over 2 of 3 dagdelen)
  • VVE peuterplaatsen van 16 uur/week (verdeeld over 4 of 5 dagdelen)
  • Peuteropvangplaatsen VE van 8, 16 of 24 uur/week (1, 2 of 3 dagen) – alleen bij Catootje

Voor kinderen waarvan de ouders geen gebruik maken van subsidie zijn ook minder of extra dagdelen af te nemen.

Er zijn sinds de invoering van de 16-uurs regeling geen vaste speelgroepen meer mogelijk. 

Voor iedere nieuw in te stromen peuter worden vraag en aanbod op elkaar afgestemd. Afhankelijk van de wens van ouder kunnen vriendjes/vriendinnetjes bij elkaar bij beschikbaarheid op dezelfde dag worden geplaatst.

Het exacte aanbod per locatie staat vermeld bij de locaties.

Over het jaar verdeeld zijn er 8 speel-sfeer-leerthema’s. Samen met de jaarfeesten zorgen zij voor de structuur van het jaarprogramma.

1 Nazomer: oogsttijd – Michaëlstijd

Jaarfeest: Michaëlsfeest 

In deze periode maken we samen appelmoes (oogstfeest) en pompoensoep. Op de seizoenentafel is te zien wat de natuur ons allemaal schenkt, zoals zonnebloemen, noten en zaden. Michaël staat symbool voor de moed. In het spel ontdekken kinderen nieuwe vaardigheden die ze eerst nog niet durfden maar door moed te tonen nu gaan ontdekken.

2 Herfsttijd: kaboutertijd – buiten wordt het donker, binnen gaan de kaarsjes aan Jaarfeest: Sint Maarten 

De pedagogisch medewerkers maken als voorbeeld voor de ouders een lampion door iets uit de natuur, bij voorkeur uit de grond (knol, wortel of biet) uit te hollen en te versieren. De lampion staat midden op de grote tafel. De Sint Maartensoptocht vindt in de avond plaats. Een moment waarop de peuters in bed liggen. Het past daarom nog niet in hun belevingswereld. Het verhaal van Sint Maarten is voor de peuters ook nog niet te bevatten. Gedurende de speeldagen voorafgaand aan Sint Maarten worden de liedjes over het lichtje dat mag schijnen door de pedagogisch medewerkers gezongen.

Jaarfeest: 1e Advent 

Peuters nemen een appel en een kaarsje mee voor ons kleine adventstuintje. Daar zetten we de kaarsjes neer. De speelzaal is onverlicht, er klinkt licht gezang van de pedagogisch medewerkers. De peuters lopen met hun kaarsje, in plaats van de gebruikelijke ochtendopening, samen met juffie door de spiraal die op de grond is uitgelegd. Het is ieder jaar een bijzondere ervaring met en voor de kinderen.

3 December: van het uitbundige Sinterklaasfeest naar de intimiteit van Kerst – en dan met de Drie Koningen het nieuwe jaar tegemoet

Jaarfeest: Sinterklaas

In de schoen (het klompje uit het themaverhaal) zit een klein geschenkje voor ieder kind. Er komt bij de vrije peuterspeelzaal geen sinterklaas, in plaats hiervan spelen de pedagogisch medewerkers met een sinterklaas- en pietenvingerpopje een tafelspelletje. 

Jaarfeest: Kerstmis

Kerstmis valt in de kerstvakantie, dus het geboorteverhaal spelen wij niet voor de kinderen uit. In de aanloop naar de geboorte wordt er via het tafelspel wel uitgekeken naar de komst van het kerstkind en wordt de stal voor het kind mooi gemaakt door de dieren.

Jaarfeest: Drie Koningen

Na de kerstvakantie is het kerstkind geboren en komen de wijzen in de verhalen als dieren met geschenken voor het kind.

4 Wintertijd: koning Winter is in ‘t land

Jaarfeest: Maria Lichtmis

Het is tijd om de lichtfeesten af te sluiten. Er wordt een grote schoonmaak met de kinderen, op een manier die bij de kinderen past, uitgevoerd.

5 De lente ontwaakt: de wortelkindjes krijgen nieuwe kleren

Jaarfeest: Palmpasen 

De pedagogisch medewerkers maken als voorbeeld voor de ouders een prachtige palmpaasstok die midden op de grote tafel staat. Gedurende de speeldagen voorafgaand aan palmpasen klinken de bijbehorende palmpasenliedjes. Er worden broodhaantjes gebakken en die worden gezamenlijk opgegeten of gaan mee voor thuis.

6 Voorjaar: in mei leggen alle vogels een ei

Jaarfeest: Pasen

We zaaien met de peuters. De pedagogisch medewerkers spelen een paasspelletje voor de peuters.

Jaarfeest: Pinksteren

We zingen liedjes over bruid en bruidegom en pinksterduifjes gaan mee naar huis.

7 De zomer is in ’t land: met grote kikkersprongen de wijde wereld in

Jaarfeest: Sint Jan 

De ouders en peuters zijn welkom op de Sint-Janspicknick van Vrijeschool Almere. Bij de speelzalen wordt het Sint-Jansfeest als Midzomerfeest gevierd op een zondagmiddag als moment voor ontmoeting en feestelijke activiteiten 

8 Vakantietijd: zon, zand en water!

Jaarfeest: geen

In grote lijnen ziet de speelochtend of –middag voor de peuters bij de vrije peuterspeelzaal er als volgt uit: De ouders komen de peuters brengen. De ouder kan bij de leidster een korte mededeling achterlaten, die voor die dag nuttig is om te weten. Het kind wordt bij de deur of poort uitgezwaaid. De kinderen worden door de leidsters welkom geheten, mogen jasje en laarzen uitdoen en slofjes aantrekken, handen wassen en gaan spelen.

  • De startliedjes worden in de kring gezongen, een kindje mag Christoffeltje,  Catrijntje of Catootje wakker maken en uit het bedje halen. Alle kinderen worden persoonlijk begroet.
  • Het tafelspel dat bij het thema uit het VVE-jaarprogramma aansluit beleven.
  • Vrij spelen, knutselen, nabootsspel, bewegingsspelactiviteiten (zingen, hand-spelletjes, een verhaaltje, enz.), ruimte voor extra ondersteuning én gezamenlijk de ruimte weer mooi maken onder het zingen van een lied.
  • We doen een plas, wassen onze handen en gaan aan tafel.
  • Na de spreuk eten we van thuis meegebracht brood (of ander gezond eten) en fruit en drinken we water of thee.
  • Na het eten en drinken zeggen we de dankspreuk en trekken onze jassen en schoenen aan.
  • Afsluiting in de kring met liedjes, daarna wordt Christoffeltje, Catrijntje of Catootje naar bed gebracht.
  • Buitenspelen in de eigen afgesloten speeltuin. Voordat naar buiten gegaan wordt heeft één van de pedagogisch medewerkers de speeltuin geïnspecteerd op onregelmatigheden en waar nodig actie ondernomen. 
  • Aan het eind van de speeltijd worden de kinderen één voor één aan de ouder overgedragen.  Dit is ook weer bij de deur of de poort van de speeltuin.

Voor werkende ouders wordt bij Catootje op maandag, dinsdag en donderdag van 8.00 tot 16.00 uur beperkt peuteropvang VE aangeboden. Deze opvang is met eigen meegebrachte lunch en zonder formele slaapmogelijkheid.

Daarnaast biedt zusterorganisatie De Lentemorgen de mogelijkheid van op de peuterspeelzaalochtend aansluitende halve dagopvang tot 19.00, mits er plaats is.

De opvang voor- en na het peuterprogramma bestaat uit een liefdevolle verzorging door pedagogisch medewerkers waarbij afhankelijk van de behoefte van de aanwezige kinderen bijpassende activiteiten worden geboden. Dit kan, indien noodzakelijk, samen ontbijten zijn (eigen meegebracht ontbijt), maar ook kwastjes schoonmaken, juf helpen de werkjes voor de (volgende) dag neer te leggen, liedjes zingen, luisteren naar een mooi verhaal, spelen met datgene wat nog niet aan de beurt is geweest e.d. Om 12.30 uur is er voor de kinderen die na de speelzaal naar de opvang van De Lentemorgen gaan 4 dagen per week een gezamenlijke warme maaltijd. Aansluitend kan hier worden geslapen en weer verder gespeeld.

Activiteiten in het dagelijks ritme

Het nabootsspel

De groep wordt iedere ochtend/middag na het tafelspel opgesplitst waarbij groepjes zich verdelen over de diverse hoeken. De pedagogisch medewerker begeleidt een spelactiviteit die opstarting behoeft in de huishoek, aan de nabootstafel, in het atelier of in de bouwhoek.

De overige kinderen gaan onder leiding van de andere pedagogisch medewerker vrij spelen. Deze leidster observeert en faciliteert het spel. Ook zorgt zij ervoor dat de medewerkster die de begeleide activiteit uitvoert niet gestoord wordt. Tijdens de begeleide activiteit in de huishoek, bij de nabootstafel of andere hoek worden de woorden van de week al spelend herhaald.

Het nabootsspel wordt dagelijks met een klein groepje gespeeld. Dat gebeurt meestal op de speelkistjes die hiervoor klaarstaan. Op de speelkistjes staan voorwerpen die (een deel van) het beeld van het tafelspel weergeven. Dus dezelfde kleur speeldoeken eroverheen en een of meer figuren/voorwerpen die in het tafelspel centraal stonden. De pedagogisch medewerkster geeft kort een verhaalcontext en laat de kinderen vervolgens hun eigen spel spelen. Zij zal goed waarnemen of het kind elementen uit het tafelspel overneemt, woorden daaruit gebruikt of juist een geheel nieuw spel speelt met het materiaal.

Dit nabootsspel kan op veel niveaus gespeeld worden, afhankelijk van de leeftijd/ ontwikkelingsfase van de kinderen. De methode geeft diverse opties. De verschillende spelvormen kunnen tijden het nabootsspel goed worden waargenomen. Bedenk daarbij dat het kind het nabootsspel niet anders dan conform zijn ontwikkeling kan spelen. Ingrijpen daarin is dus niet zinvol. Dit spel biedt wel kansen om de nieuwe woorden uit het tafelspel spontaan te gebruiken. Bij het gebruik van twee speelkistjes bij elkaar kunnen 2 (groepjes) kinderen parallel aan elkaar spelen en zo van elkaar leren.

Vrije spel

Het vrije spel neemt bij de vrije peuterspeelzaal een belangrijke plaats in. Door te spelen kan een kind al zijn zintuigen ontwikkelen. Het kind moet zich vrij kunnen bewegen en de omgeving moet gelegenheid bieden tot spelen. Al die aspecten, die in de eerste zeven jaar zo belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het kind, worden gestimuleerd door te spelen. Daarom hechten wij veel waarde aan het spel. De inrichting en het speelgoed van de speelzaal zijn hier helemaal op afgestemd. De kinderen krijgen volop gelegenheid tot het oefenen van de grove en fijne motoriek. Tijdens het vrije spel komen veel aspecten uit de volwassen wereld terug die vanuit nabootsing worden herbeleefd en eigen gemaakt. 
Andere activiteiten zoals in het atelier tekenen, schilderen en plakken worden op momenten tijdens het vrijespel in kleine groepjes gezamenlijk gedaan of individueel om die kinderen te begeleiden die extra ondersteuning nodig hebben. Dit om het ritme niet te verstoren en duidelijkheid te scheppen. 

Het vrije spel vindt zowel binnen als buiten plaats. Buitenspelen geeft een gevoel van vrijheid waarbij de spelaanleidingen in de ruimte en het doen van bewegingsactiviteiten vanuit het jaarprogramma tot betekenisvol spel leidt. De afwisseling van de activiteiten zorgt voor een stimulans van de motorische ontwikkeling.

Tafelspel

Het tafelspel is de spil van de speel-sfeer-leer thema’s in Speelplezier Antroversie. Daarin wordt het beeld neergezet dat twee weken lang de sfeer zal bepalen. We proberen hierbij in de ochtend een feeërieke sfeer neer te zetten. De intentie is de kinderen ’s ochtends via de droomwereld mee te nemen naar de wakkere wereld. Liedjes, vinger-, voet- en handspelletjes spelen daarbij een belangrijke rol. Door meteen actief mee te zingen, stampen, klappen, kloppen, zagen etc. worden de kinderen in hun lijfje door mee te doen wakker en staan ze open voor de beleving van de gebeurtenissen in het tafelspel. De verhalen veranderen iedere twee weken, maar komen ook tegemoet aan de behoefte van jonge kinderen aan herhaling en herkenning.

Het tafelspel, dat zowel de start van de ochtend als van de middag markeert, vindt plaats bij de speltafel, waarop een tweewekelijks wisselend tafereel is neergezet waarmee het verhaal wordt uitgebeeld. Tijdens het uitbeelden/uitspelen houdt de pedagogisch medewerker oog en oor open voor (zinvolle) interactie met de kinderen.

Kern van het tafelspel is het uitbreiden van de woordenschat van de kinderen door het initiëren van nieuwe woorden. De woorden – met dagelijks wisselend accent – worden op de speltafel uitgebeeld en uitgebreid met verwante woorden (woordclusters). Door de ochtend of middag heen, tijdens het begeleide spel in de kleine groep, worden de kernwoorden herhaald en geconsolideerd en eventueel verder uitgebreid met thematisch verwante woorden.

Cognitief uitleggen van de woorden wordt vermeden. Er dient zeker aandacht te zijn voor betekenisgeving. Dit gebeurt vooral in beeldende zin, zonder het ritme van de taal en de magie van de beelden te verstoren. De taalontwikkeling van kinderen heeft vooral baat bij vol, rijk, genuanceerd taalgebruik door de mensen om hen heen. Hoe genuanceerder de taal is die hij hoort spreken, hoe breder het perspectief en hoe rijker de innerlijke beeldenwereld kan worden. Ook in de liedjes die bij de verhalen horen, streven we naar heldere uitspraak van de woorden en zo zuiver mogelijke melodie.

Een aanvulling is dat we ervaren dat steeds meer kinderen onze speelzalen bezoeken waarvan de Nederlandse taal niet de moedertaal is. In groepen waarin veel van deze doelgroepkinderen spelen wordt het taalaanbod aangepast naar basaal niveau met veel herhaling. 

In het tafelspel wordt de kinderziel geopend voor een veelheid aan zintuiglijke waarnemingen.

Bewegingsspel

Met het bewegingsspel wordt de boog die gedurende de ochtend of middag vanuit het thema werd gespannen afgerond: wat in de het tafelspel als beeld is beleefd en wat door de ochtend of middag heen in het begeleide en vrije spel is verwerkt, wordt in de slotkring in de gebaren herhaald. Bij het bewegingsspel brengt het kind een innerlijk beeld opnieuw tot leven. Wat door de persoonlijke beleving van het kind heen is gegaan verschijnt opnieuw in een doelgericht en zinvol gebaar.

Het bewegingsspel wordt aan het einde van de ochtend/middag in de grote groep gespeeld.

Dit kan binnen of buiten zijn. Samen met de kinderen speelt de pedagogisch medewerker elementen uit het tafelspel na zonder materiaal, uitsluitend door bewegingen en gebaren te maken. Leidend is daarbij de innerlijke voorstelling die de bewegingen vormgeeft en doeltreffend maakt. Het bewegen vanuit een innerlijke voorstelling is versterkend voor het hele levensritme van het kind.

Het bewegingsspel is ingevoegd in de eindkring welke wordt afgesloten met een bijpassend liedje om Christoffeltje, Catrijntje of Catootje welterusten te wensen.

Kindvolgend meespelen en spel verrijken

Kindvolgend meespelen vormt een van de belangrijkste pijlers onder het VVE-programma. Het past zeer harmonisch bij de antroposofische pedagogie. Het kindvolgend spelen komt voort uit de volgende punten:

  • Het kind komt ter wereld met een unieke individualiteit die zich in de eerste levensjaren met namen uit in de wijze waarop het zich fysiek ontwikkelt
  • Het met respect benaderen van dit individuele ‘levensmotief’
  • Nadruk op zorgvuldige waarnemen van kinderen, waarnemen met liefdevolle distantie. Met name dit laatste facet is onmisbaar voor het effectief kunnen hanteren van het kindvolgend handelen. Het bepaalt namelijk de kwaliteit van het ‘spiegelen’, een van de essentiële stappen bij het volgen van het kind
  • De centrale rol die de nabootsing heeft in het kindvolgend spelen

Kindvolgend handelen gaat over:

  • Aandacht voor een individueel kind, je zit naast het kind
  • Zeer zorgvuldig waarnemen
  • Voorzichtig spiegelen, zonder interpreteren
  • Het kiezen van het juiste moment voor een interventie waardoor het spel wordt verrijkt
  • Het geven van een ik-boodschap, geleid door empathie naar het kind

Om fijnzinnig te kunnen spiegelen is het uitvoeren de eerste twee stappen van het kindvolgend handelen onmisbaar.

Bij het spiegelen verwoordt de medewerker in de ik-vorm datgene waar het kind zich direct in herkent. Vanuit de herkenning kan een toevoeging of verrijking van het spel worden ingezet.